Kerkliedwiki bundels.png
Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen!

Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.
Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas.

Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl
Kerkliedwiki bundels.png Kerkliedwiki wijst je de weg naar meer dan 10.000 liederen! Tips nodig? Zo kun je een lied zoeken. Hier vind je een overzicht van alle liedbundels.

Op Liturgiewerkplaats.nl bieden we je inspiratie en concrete tips rond kerkmuziek en vieren Abonneer je op de nieuwsbrief.

Wil je ons werk steunen? Hier vind je meer over doneren of koop onze unieke Ubi-cari-tas. Meer weten of vragen over Kerkliedwiki? info@kerkmuzieknetwerk.nl

Paastijd: verschil tussen versies

Uit Kerkliedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Paastijd 640 Introïtusantifoon voor de zondagen in de paastijd 641 Jezus leeft en ik met Hem 642 Ik zeg het allen, dat Hij leeft 643 Zing nu de Heer! Hij zag ons ...')
 
(Register per liedbundel)
 
(17 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Paastijd
+
Liederen die aansluiten bij de Paastijd en Hemelvaartsdag.
  
640 Introïtusantifoon voor de zondagen in de paastijd
+
==Achtergrondinformatie over de Paastijd==
641 Jezus leeft en ik met Hem
+
De vreugdetijd van Pasen omvat een periode van vijftig dagen. Deze Paastijd begint op de Eerste Paasdag en eindigt na de Vijftigste (pentecoste) Paasdag, Pinksteren. Dat verklaart de namen van de zondagen van Pasen tot Pinksteren als ‘zondagen van Pasen’. De viering van de [[Paasmorgen]] is dus de ‘Eerste zondag van Pasen’. Vanuit het bewustzijn dat de gemeente in het heilshistorisch heden leeft, worden [[Pasen]], [[Hemelvaart]] en [[Pinksteren]] als één samenhangend geheel beschouwd. De paaskaars brandt dan ook tijdens de diensten gedurende al deze vijftig vreugdedagen. De joodse achtergrond van Pasen en Pinksteren reikt deze vijftigdaagse periode aan. En ook in de christelijke theologie is Pinksteren de volheid van Pasen. De gave van de Geest aan de gemeente kenmerkt haar identiteit als gemeente van de Verrezene. De Tweede Pinksterdag is in de in dit Dienstboek gegeven jaarstructuur van het GL dan ook niet aanwezig. Wel kent het LL deze dag, omdat dit leesrooster teruggaat op de voor-reformatorische tijd waarin Pinksteren als een meer zelfstandige feestdag werd beleefd. Intussen kan ook de gereformeerde traditie voor haar diensten op deze dag putten uit het luthers erfgoed.
642 Ik zeg het allen, dat Hij leeft
 
643 Zing nu de Heer! Hij zag ons aan
 
644 Terwijl wij Hem bewenen
 
645 Zing ten hemel toe
 
646 De Heer is onze reisgenoot
 
647 Voor mensen die naamloos
 
648 Zing halleluja, hemel en aarde, zing
 
649 O Heer, blijf toch niet vragen
 
650 De aarde is vervuld
 
651 Christus heeft voor ons geleden
 
652 Zing jubilate voor de Heer
 
653 U kennen, uit en tot U leven
 
654 Zing nu de Heer, stem allen in
 
655 Zing voor de Heer een nieuw gezang
 
656 Ik ben de wijnstok
 
657 Zolang wij ademhalen
 
658 Gods adem waait zijn woorden uit de hoge
 
659 Kondig het jubelend aan
 
18 Ik heb U lief van ganser harte, Here
 
21 O Heer, de koning is verheugd
 
23 Ik wil van God als van mijn herder spreken
 
27 Mijn licht, mijn heil is Hij, mijn God en Here
 
30 Dank, Heer, Gij hebt het niet gedoogd
 
33 Kom nu met zang en roer de snaren
 
40 Met heel mijn hart heb ik de Heer verwacht
 
66 Breek, aarde, uit in jubelzangen
 
67 God zij ons guns:g en genadig
 
81 Jubelt God ter eer
 
89 Ik zal zo lang ik leef bezingen in mijn lied
 
95 Steekt nu voor God de lo)rompet
 
98 Zing een nieuw lied voor God de Here
 
100 Juich Gode toe, bazuin en zing
 
114 Toen Israël uit Egypteland ging
 
117 Loof, alle volken, loof de Heer
 
118 Laat ieder ’s Heren goedheid prijzen
 
136 Loof de Heer, want Hij is goed
 
138 U loof ik, Heer, met hart en ziel
 
139 Heer, die mij ziet zoals ik ben
 
145 O Heer, mijn God, Gij koning van ’t heelal
 
149 Halleluja! laat opgetogen
 
150 Loof God, loof Hem overal
 
161 Christus gaat voor alles uit en alles rust in Hem
 
176 Om Sions wil zwijg ik niet s:l
 
222 De morgen is een vroege vriend
 
223 Opstaan, morgen, weg je sluiers, dans
 
232 Heer, blijf bij ons, kom in ons huis
 
255 Gij volgt ons uit Jeruzalem
 
284 Christus, Gij zijt het licht in ons leven
 
296 Die de morgen ontbood
 
326 Van ver, van oudsher aangereikt
 
338j Halleluja. Verheug u allen
 
351 In U zijn wij begrepen
 
368f God van leven en licht
 
372 De Heer hee) zijn volk gevoed
 
374 U, verborgen Christus, bid ’k eerbiedig aan
 
379 Breek ons, Heer, het brood
 
386 Vier met alles wat in je is
 
395 Op de avond, toen de ui;ocht
 
403a Gezegend Gij, heilige Vader
 
403d Gij louter licht
 
424 Verzadigd de honger
 
523 Christus ging als eerste
 
534 Hij die de blinden weer liet zien
 
600 Licht, ontloken aan het donker
 
601 Licht dat ons aanstoot in de morgen
 
604 De eerste dag der week
 
607 Gij zijt voorbijgegaan
 
608 De steppe zal bloeien
 
609 Toen ik daar zat, verweesd en zonder lied
 
610 Zo dor en doods
 
613 Christus is opgestaan
 
620 Hoor aan, gij die Gods kinderen zijt
 
622 Nu triomfeert de Zoon van God
 
623 O hart, spring op vol vreugde
 
641 Jezus leeft en ik met Hem
 
642 Ik zeg het allen, dat Hij leeft
 
643 Zing nu de Heer! Hij zag ons aan
 
645 Zing ten hemel toe
 
646 De Heer is onze reisgenoot
 
648 Zing halleluja, hemel en aarde, zing
 
650 De aarde is vervuld
 
652 Zing jubilate voor de Heer
 
655 Zing voor de Heer een nieuw gezang
 
657 Zolang wij ademhalen
 
659 Kondig het jubelend aan
 
664 Naam van Jezus, nu verheven
 
667 Hij leeft
 
690 Taal op de tong
 
706 Dans mee met Vader, Zoon en Geest
 
709 Nooit lichter ving de lente aan
 
715 Zoals de halmen buigen in de wind
 
740 Maria heeft ontvangen
 
767 De toekomst van de Heer is daar
 
808 In diepe nacht ben ik gegaan
 
839 Ik danste die morgen toen de schepping begon
 
977 Ga uit, o mens, en zoek uw vreugd
 
978 Aan U behoort, o Heer der heren
 
986 De oorsprong van leven en licht
 
987 Bron van het zijnde
 
  
==Hemelvaartsdag==
+
===Introitusgezangen===
20 Moge de Heer u antwoord geven
+
Evenals in de [[Veertigdagentijd]] worden ook de zondagen in de Paastijd gemarkeerd door hun introitusgezangen. De introitus van de eerste zondag (Paasmorgen) is een voorbeeld van de wijze waarop de kerkvaders met de Schrift omgingen. In Psalm 139 bezingt de psalmist de onontkoombare nabijheid van God, zoals in vers 18: ‘Als ik ontwaak, dan nog ben ik bij U’ (Resurrexi et adhuc tecum sum). Eén van de vroegkerkelijke sleutels tot het lezen van de psalmen was ze te lezen als het gebed van Christus tot de Vader. Daarom wekt het geen verbazing dat de vaders de psalm (in de Latijnse vertaling) lazen als: ‘Ik ben verrezen en nog ben ik bij u’. Zo functioneert tot op heden dat vers als introitus op de [[Paasmorgen]]. Een week later herinnert de introitus aan het eveneens vroeg-kerkelijke gebruik dat de geloofsleerlingen gedurende de eerste acht dagen van het Paasfeest hun witte doopkleren aanhielden en afsluitend onderricht ontvingen. Het vers ‘Weest begerig als pasgeboren kinderen naar de loutere geestelijke melk’ (Quasi modo geniti infantes) slaat dan ook oorspronkelijk op hen die door de doop in Christus’ nieuwe leven zijn opgenomen. Wanneer de Veertigdagentijd en de Paaswake, zoals hierboven beschreven, worden beschouwd als doopgedachtenis voor heel de gemeente, kan de gemeente deze woorden ook op zichzelf toepassen. De thematieken van de derde zondag en de vierde zondag zijn in de beide leesroosters verwisseld (zie hieronder bij de Schriftlezingen). In dit Dienstboek wordt de lutherse ordening van de introitusgezangen gehandhaafd, omdat deze van de vierde tot en met de zesde zondag kan gelden als een samenhan¬gend geheel, dat het midden van de vreugdetijd van de Paastijd markeert: Jubilate, Cantate en Vocem jucunditatis. Wie echter de samenhang tussen de introitus en de verdere thematieken van de derde en de vierde zondag in het GL wil bewaren, kan vanzelfsprekend de beide introitusgezangen verwisselen. Op de derde zondag wordt Gods barmhartigheid jegens zijn volk uitgedrukt door de antifoon Misericordia Domini plena est terra, ‘De aarde is vol van de goedertierenheid des Heren’ (Psalm 33:5, vergelijk Gez. 223). De vierde zondag begint met de feestelijke woorden Jubilate Deo omnis terra, ‘Juicht voor God, gij ganse aarde’ (Psalm 66:1, vergelijk Zingend Geloven 3/23). De introitus van de vijfde zondag luidt Cantate Domino canticum novum, ‘Zingt voor de Heer een nieuw gezang’ (Psalm 98:1, vergelijk Gez. 225). Dezelfde paasvreugde klinkt door in de antifoon Vocem jucunditatis annuntiate, ‘Verkondigt het met jubelklank’ (Jesaja 48:20 bij Psalm 66, vergelijk Gezang 224) op de zesde zondag. De antifoon voor Hemelvaartsdag is genomen uit een van de Schriftlezingen: Viri Galilaei, ‘Mannen van Galilea, wat staat ge daar en ziet op naar de hemel? Gelijk ge Hem ten hemel hebt zien varen, zó zal Hij wederkomen’ (Hand. 1:11). De bijbehorende psalm bezingt de troonsbestijging van de Heer (Psalm 47). Daarmee is de thematiek van dit feest direct gezet: het koningschap van de Opgestane, die zit aan de rechterhand van de Vader. Aan de introitus van de zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren herkent men iets van het ingekeerde karakter dat oudtijds aan de feesten – in dit geval Pinksteren – vooraf ging: Exaudi, Domine, vocem meam, ‘Verhoor, Heer, mijn stem’ (Psalm 27:7).
21 O Heer, de koning is verheugd
+
Op Pinksteren ten slotte is de antifoon bij de introituspsalm (68) afkomstig uit het deuterocanonieke boek Wijsheid 1:7: Spiritus Domini replevit orbem terrarum, ‘De Geest van de Heer heeft het aardrijk vervuld’.
24 De aarde en haar volheid zijn
 
47 Volken weest verheugd
 
68 God richt zich op, de vijand vlucht
 
89 Ik zal zo lang ik leef bezingen in mijn lied
 
95 Steekt nu voor God de lo)rompet
 
96 Zingt voor de Heer op nieuwe wijze
 
97 Groot koning is de Heer
 
99 God is Koning, Hij
 
110 De Here God hee) tot mijn heer gesproken
 
145 O Heer, mijn God, Gij koning van ’t heelal
 
150 Loof God, loof Hem overal
 
380 Gij, Jezus Christus, opgestegen
 
651 Christus hee) voor ons geleden
 
660 Halleluja! Wat, Galileeërs, staat u daar te staren
 
661 Ten hemel opgevaren is
 
662 Heer, komt in deze :jd
 
663 Al hee) Hij ons verlaten
 
664 Naam van Jezus, nu verheven
 
665 Om Christus’ wil zijn wij verblijd
 
666 De Heer is opgetogen
 
667 Hij leeft
 
692 Wij wachten op de Geest beloofd
 
  
[[Category:Liturgisch gebruik]]
+
===Schriftlezingen===
 +
De schriftlezingen voor de paastijd in de beide leesroosters vertonen een aanzienlijk aantal verschillen. Toch zijn er bij nader toezien enkele gemeenschappelijke kenmerken. In het GL staan de evangeliën van de eerste, tweede en derde zondag van Pasen (Paasmorgen, Beloken Pasen en de verschoven zondag ‘Jubilate’) in het teken van de verschijningen van de Verrezene. Het LL en het GL verwisselen, zoals gezegd, de derde en de vierde zondag. De vijfde, zesde en zevende zondag staan – in grote lijnen – in het teken van lezingen uit het evangelie naar Johannes: fragmenten uit Jezus’ afscheidswoorden en het ‘hogepriesterlijk gebed’. Op deze zondagen verlaten de evangelielezingen veelal de directe paas-thematiek. Het paasfeestkarakter van deze zondagen moet in die gevallen vooral blijken uit de liedkeuze (zie bijvoorbeeld hierboven bij de introitusgezangen). De klassieke benamingen van deze zondagen kenmerken de evangelielezingen van het Luthers Leesrooster: Rogate, ‘Bidt’, de zesde zondag van Pasen, naar aanleiding van Johannes 16:23-24, en ‘Wezenzondag’, de zevende zondag van Pasen, naar aanleiding van Johannes 14:18. Ten slotte kan nog gewezen worden op de belangwekkende reeks oudtestamentische lezingen en de reeks uit de Openbaring van Johannes in het LL en in jaar C van het GL.
 +
 
 +
(Bron: Dienstboek, een proeve I)
 +
 
 +
{{Lijst kerkelijk jaar}}
 +
 
 +
==Register per liedbundel==
 +
* [[Liedboek_2013/Kerkelijk_jaar/Paastijd|Liedboek Zingen en bidden in huis en kerk]]
 +
==Externe links==
 +
* Artikel door Hans van Loon: https://www.lucepedia.nl/dossieritem/pasen-in-de-vroege-kerk/het-paasfeest-in-de-vroege-kerk
 +
{{Navigatie kerkelijk jaar}}

Huidige versie van 23 jul 2023 om 13:00

Liederen die aansluiten bij de Paastijd en Hemelvaartsdag.

Achtergrondinformatie over de Paastijd

De vreugdetijd van Pasen omvat een periode van vijftig dagen. Deze Paastijd begint op de Eerste Paasdag en eindigt na de Vijftigste (pentecoste) Paasdag, Pinksteren. Dat verklaart de namen van de zondagen van Pasen tot Pinksteren als ‘zondagen van Pasen’. De viering van de Paasmorgen is dus de ‘Eerste zondag van Pasen’. Vanuit het bewustzijn dat de gemeente in het heilshistorisch heden leeft, worden Pasen, Hemelvaart en Pinksteren als één samenhangend geheel beschouwd. De paaskaars brandt dan ook tijdens de diensten gedurende al deze vijftig vreugdedagen. De joodse achtergrond van Pasen en Pinksteren reikt deze vijftigdaagse periode aan. En ook in de christelijke theologie is Pinksteren de volheid van Pasen. De gave van de Geest aan de gemeente kenmerkt haar identiteit als gemeente van de Verrezene. De Tweede Pinksterdag is in de in dit Dienstboek gegeven jaarstructuur van het GL dan ook niet aanwezig. Wel kent het LL deze dag, omdat dit leesrooster teruggaat op de voor-reformatorische tijd waarin Pinksteren als een meer zelfstandige feestdag werd beleefd. Intussen kan ook de gereformeerde traditie voor haar diensten op deze dag putten uit het luthers erfgoed.

Introitusgezangen

Evenals in de Veertigdagentijd worden ook de zondagen in de Paastijd gemarkeerd door hun introitusgezangen. De introitus van de eerste zondag (Paasmorgen) is een voorbeeld van de wijze waarop de kerkvaders met de Schrift omgingen. In Psalm 139 bezingt de psalmist de onontkoombare nabijheid van God, zoals in vers 18: ‘Als ik ontwaak, dan nog ben ik bij U’ (Resurrexi et adhuc tecum sum). Eén van de vroegkerkelijke sleutels tot het lezen van de psalmen was ze te lezen als het gebed van Christus tot de Vader. Daarom wekt het geen verbazing dat de vaders de psalm (in de Latijnse vertaling) lazen als: ‘Ik ben verrezen en nog ben ik bij u’. Zo functioneert tot op heden dat vers als introitus op de Paasmorgen. Een week later herinnert de introitus aan het eveneens vroeg-kerkelijke gebruik dat de geloofsleerlingen gedurende de eerste acht dagen van het Paasfeest hun witte doopkleren aanhielden en afsluitend onderricht ontvingen. Het vers ‘Weest begerig als pasgeboren kinderen naar de loutere geestelijke melk’ (Quasi modo geniti infantes) slaat dan ook oorspronkelijk op hen die door de doop in Christus’ nieuwe leven zijn opgenomen. Wanneer de Veertigdagentijd en de Paaswake, zoals hierboven beschreven, worden beschouwd als doopgedachtenis voor heel de gemeente, kan de gemeente deze woorden ook op zichzelf toepassen. De thematieken van de derde zondag en de vierde zondag zijn in de beide leesroosters verwisseld (zie hieronder bij de Schriftlezingen). In dit Dienstboek wordt de lutherse ordening van de introitusgezangen gehandhaafd, omdat deze van de vierde tot en met de zesde zondag kan gelden als een samenhan¬gend geheel, dat het midden van de vreugdetijd van de Paastijd markeert: Jubilate, Cantate en Vocem jucunditatis. Wie echter de samenhang tussen de introitus en de verdere thematieken van de derde en de vierde zondag in het GL wil bewaren, kan vanzelfsprekend de beide introitusgezangen verwisselen. Op de derde zondag wordt Gods barmhartigheid jegens zijn volk uitgedrukt door de antifoon Misericordia Domini plena est terra, ‘De aarde is vol van de goedertierenheid des Heren’ (Psalm 33:5, vergelijk Gez. 223). De vierde zondag begint met de feestelijke woorden Jubilate Deo omnis terra, ‘Juicht voor God, gij ganse aarde’ (Psalm 66:1, vergelijk Zingend Geloven 3/23). De introitus van de vijfde zondag luidt Cantate Domino canticum novum, ‘Zingt voor de Heer een nieuw gezang’ (Psalm 98:1, vergelijk Gez. 225). Dezelfde paasvreugde klinkt door in de antifoon Vocem jucunditatis annuntiate, ‘Verkondigt het met jubelklank’ (Jesaja 48:20 bij Psalm 66, vergelijk Gezang 224) op de zesde zondag. De antifoon voor Hemelvaartsdag is genomen uit een van de Schriftlezingen: Viri Galilaei, ‘Mannen van Galilea, wat staat ge daar en ziet op naar de hemel? Gelijk ge Hem ten hemel hebt zien varen, zó zal Hij wederkomen’ (Hand. 1:11). De bijbehorende psalm bezingt de troonsbestijging van de Heer (Psalm 47). Daarmee is de thematiek van dit feest direct gezet: het koningschap van de Opgestane, die zit aan de rechterhand van de Vader. Aan de introitus van de zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren herkent men iets van het ingekeerde karakter dat oudtijds aan de feesten – in dit geval Pinksteren – vooraf ging: Exaudi, Domine, vocem meam, ‘Verhoor, Heer, mijn stem’ (Psalm 27:7). Op Pinksteren ten slotte is de antifoon bij de introituspsalm (68) afkomstig uit het deuterocanonieke boek Wijsheid 1:7: Spiritus Domini replevit orbem terrarum, ‘De Geest van de Heer heeft het aardrijk vervuld’.

Schriftlezingen

De schriftlezingen voor de paastijd in de beide leesroosters vertonen een aanzienlijk aantal verschillen. Toch zijn er bij nader toezien enkele gemeenschappelijke kenmerken. In het GL staan de evangeliën van de eerste, tweede en derde zondag van Pasen (Paasmorgen, Beloken Pasen en de verschoven zondag ‘Jubilate’) in het teken van de verschijningen van de Verrezene. Het LL en het GL verwisselen, zoals gezegd, de derde en de vierde zondag. De vijfde, zesde en zevende zondag staan – in grote lijnen – in het teken van lezingen uit het evangelie naar Johannes: fragmenten uit Jezus’ afscheidswoorden en het ‘hogepriesterlijk gebed’. Op deze zondagen verlaten de evangelielezingen veelal de directe paas-thematiek. Het paasfeestkarakter van deze zondagen moet in die gevallen vooral blijken uit de liedkeuze (zie bijvoorbeeld hierboven bij de introitusgezangen). De klassieke benamingen van deze zondagen kenmerken de evangelielezingen van het Luthers Leesrooster: Rogate, ‘Bidt’, de zesde zondag van Pasen, naar aanleiding van Johannes 16:23-24, en ‘Wezenzondag’, de zevende zondag van Pasen, naar aanleiding van Johannes 14:18. Ten slotte kan nog gewezen worden op de belangwekkende reeks oudtestamentische lezingen en de reeks uit de Openbaring van Johannes in het LL en in jaar C van het GL.

(Bron: Dienstboek, een proeve I)

Liederen

Register per liedbundel

Externe links